Bij de dertiende zondag door het jaar
"Dit komt goed uit," vinden Bas en Boris. De
broertjes schrikken wel wanneer ze hun vriendinnetje zien; Hanneke ziet
heel wit en overal zitten slangetjes: een zit er in haar neus; dat is
een gek gezicht. Er staan allelei apparaten die piepen en waar allerlei
lichtjes op te zien zijn. "Hoi Hanneke," zegt Bas. Hanneke reageert
niet en slaapt door. "Hé, oehoe, wakker worden," roept Boris, "wij zijn
er!" Het helpt niets, hoe hard de broertjes ook roepen. "Dan moeten we
het maar met Lourdeswater proberen," zegt Bas. "Hoe wilde jij dat
doen," zegt Boris, "oom Jan heeft gezegd dat je het water moet
drinken." "Dat gaat niet," zegt Bas en hij kijkt wat beteuterd. "Als we
het nu eens over haar hoofd gieten, misschien werkt het dan ook wel,"
stelt Boris voor. Dat lijkt de oplossing, maar hoe kunnen ze er nu voor
zorgen dat het bed niet nat wordt. "Kijk, daar hangen twee handdoeken
en in dat apparaat zit een bende papieren handdoekjes, wanneer we die
eerst onder haar hoofd doen, wordt er niets nat," zegt Bas. De jongens
halen alle papieren handdoekjes uit de houder en leggen die onder het
hoofd van Hanneke. De twee gewone handdoeken leggen de broertjes om
Hannekes hoofd; zó kan er niets nat worden. Boris pakt een glas, dat op
de wastafel staat en vult het met Lourdeswater. Voor alle zekerheid
houdt Bas ook een handdoekje boven Hannekes ogen en dan giet Boris het
water over Hannekes hoofd. "Hè, bah, koud..........," mompelt Hanneke
en zo waar, ze doet een oog open.
Intussen is een verpleegster binnengekomen;
die kijkt heel blij wanneer ze ziet dat Hanneke wakker is. "Hoe hebben
jullie dat voor elkaar gekregen," vraagt ze aan Bas en Boris. "Gewoon,"
zegt Bas , "met een plonsje Lourdeswater." "Dat doet wonderen,"
verduidelijkt Boris. "Jullie hebben er wel een rommeltje van gemaakt,"
zegt de verpleegster die de handdoekjestroep eens bekijkt; "dat zal ik
maar gauw opruimen, voordat dat water in het kussen trekt." "Dat is
fijn," zegt Boris, "dan hoeven wij het niet te doen." De verpleegster
ruimt de natte rommel op en droogt met een schone handdoek de haren van
Hanneke. "Dat was koud," zegt Hanneke. "Dat zal wel," antwoordt Boris,
"oom Jan bewaarde het water in de koelkast en de koelkast is bijna
bevroren, want de werkster van oom Jan heeft geen tijd om dat ding te
ontdooien." "Dat was ook niet erg goed voor de jerrycan," zegt
de verpleegster die eens naar de vloer kijkt, waar de jerrycan in een
grote plas water staat. Jullie hebben, geloof ik, voor Klein Duimpje
gespeeld en een spoor water achtergelaten," zegt de verpleegster. "Dat
droogt wel weer," zegt Bas, "we hadden toch genoeg, want het was wel
tien liter." "Misschien worden er nog wel meer mensen beter, wanneer ze
door dat Lourdeswater lopen," fantaseert Boris. "Goh," zegt Bas, "toch
wel leuk, nu hebben we weer een wondermiddeltje ontdekt." "Dit is lang
zo smerig niet als die wonderolie," vindt Boris.
Dat hoort de dokter net wanneer
hij
binnenkomt. "Daar zou ik maar even mee wachten, heren; Hanneke heeft
een paar dagen niet gegeten en dus lijkt me frites niet zo’n goed
idee." De dokter wil Hanneke onderzoeken en de tweeling wordt de gang
opgestuurd. "We gaan naar huis," zegt Boris tegen Hanneke, "want we
moeten iedereen gaan vertellen dat jij wakker bent." "Dat zal iedereen
heel fijn vinden," zegt Bas. Opgewonden rent de tweeling naar hun
fietsen. In een recordtijd zijn ze in Overloon, waar ze snel de andere
kinderen gaan vertellen dat het veel beter gaat met Hanneke. De kapotte
jerrycan zetten Bas en Boris op hun kamer; dan vergeten ze nooit meer
dat je met Lourdeswater wonderen kunt doen!